Visolie is een voedingssupplement. De werkzame bestanddelen in visolie zijn de essentiële vetzuren EPA en DHA. Deze vetzuren maken deel uit van de bekende Omega-3 vetzurengroep. Omega-3 vetzuren zijn meervoudig onverzadigde vetzuren.
Omega-3 vetzuren worden essentieel genoemd omdat het menselijk lichaam deze stoffen nodig heeft maar deze niet zelf kan maken, net als bijvoorbeeld vitamine C. Een langdurig tekort aan Omega-3 vetzuren kan leiden tot een scala aan gezondheidsproblemen.
Onder ideale (lees: natuurlijke) omstandigheden kan de mens voldoende Omega-3 vetzuren uit zijn voeding halen. Lijnzaad, walnoten, groene bladgroentes en wild vlees bevatten het ‘plantaardige’ Omega-3 vetzuur ALA (alfa-linoleenzuur). In theorie is ons lichaam in staat ALA om te zetten in EPA en DHA, maar door tal van factoren verloopt deze omzetting slechts zeer moeizaam of helemaal niet.
Door de consumptie van vis kan de mens voldoende van de ‘dierlijke’ Omega-3 vetzuren EPA en DHA binnenkrijgen. Vooral in vette vissoorten zoals haring, makreel, wilde zalm, sardines en ansjovis zijn EPA en DHA in ruime hoeveelheden aanwezig.
Vis is evenwel een schaars onderdeel geworden van ons Westerse dieet en bovendien is regelmatige consumptie van voldoende porties vis niet aan te raden vanwege de vervuiling van zeeën en oceanen.
Het enige alternatief om voldoende EPA en DHA naar binnen te krijgen is het gebruik van visoliesupplementen. Het moet dan wel visolie zijn die gezuiverd is van gifstoffen, die voldoende EPA en DHA bevat en waarin alleen Omega-3 vetzuren aanwezig zijn en geen andere vetten.
Behalve dat ons lichaam Omega-3 vetzuren nodig heeft om goed te kunnen functioneren is er nog een reden om op onze Omega-3 inname te letten. Er bestaan ook zogenaamde Omega-6 vetzuren waarvan de bekendste linolzuur en arachidezuur zijn.
Deze vetzuren zijn ook essentieel maar in tegenstelling tot de Omega-3 vetzuren komen de Omega-6 vetzuren in ons westerse dieet wel in grote hoeveelheden voor. Omega-6 vetzuren zijn te vinden in plantaardige oliën die op grote schaal bij onze voedselbereiding worden gebruikt.
Volgens de huidige wetenschappelijke inzichten is het voor het functioneren van ons lichaam het beste wanneer Omega-3 en Omega-6 vetzuren in een verhouding van 1:1 in onze voeding voorkomen en dus ook in ons lichaam aanwezig zijn. In het West-Europese en Noord-Amerikaanse dieet is er geen sprake van een 1:1 verhouding.
Gemiddeld krijgt de Westerse mens 10 tot 50 keer zoveel Omega-6 als Omega-3 vetzuren naar binnen. Wat de korte en lange termijn consequenties hiervan voor de gezondheid zijn begint de medische wetenschap nu te ontdekken. Meer hierover kunt u lezen op de pagina’s over visolie en diverse aandoeningen.
Mary G. Enig, Ph.D., Feiten over Vetten, 2003
Andrew L. Stoll, M.D., The Omega-3 Connection, 2001